Daniël Raphalowiz/Rafalowitz

Inleiding

Over Daniël Raphalowiz (Daniëls plaats in de Raphalowiz-genealogie is hier te zien) is iets meer bekend dan over de meeste andere familieleden. Er is, behalve de gebruikelijke overheidsadministratie, wat bekend uit krantenberichten in Delpher, in het Nationaal Archief zijn dossierstukken betreffende een aanvraag om naturalisatie gevonden, en er is wat informatie over zijn onderduik, en het noodlottige verraad. Hieronder volgt wat er over hem bekend is.

Amsterdam

Daniël is geboren in Amsterdam, op 12 augustus 1899, op het adres Commelinstraat 52. Hij was het zesde kind van Philip Raphalowiz en Ernestine Henoch. Zijn geboorteakte laat meteen iets zien over de verschillende spellingen van de familienaam.

Geboorteakte Daniël, collectie Stadsarchief Amsterdam

De ambtenaar noteert de naam als Raphalowiz, die daardoor de officiële naam voor Daniël is, de vader die aangifte doet schrijft zelf Rafalowitz. Afgaande op de gevonden vermeldingen in Delpher heeft Daniël zelf deze spelling ook gebruikt.

Het eerste woonadres van Daniël is (net als van zijn oudere broer Henri) bij zijn ouders, Commelinstraat 49hs. In 1913 verhuist het gezin naar Watergraafsmeer, Linnaeusparkweg 3hs, en op 15 februari 1915 naar ‘s-Gravenhage (Den Haag).

Den Haag

Het bevolkingsregister van Den Haag laat zien dat Daniël tot 1928 bij zijn ouders woont, op drie adressen in de wijk Bezuidenhout, zij het met twee ‘uitstapjes’ naar Roosendaal en Nispen tussen 1916 en 1918, en een naar ‘s-Hertogenbosch in 1919-1920. In het bevolkingsregister van Roosendaal en Nispen staat (voor het eerst) zijn beroep vermeld: pianist, in dat van ‘s-Hertogenbosch is er een nadere specificatie: ‘Chicago-bioscope’.

Op 25 juli 1928 trouwt Daniël in Den Haag met Bertha Sluzewski. Bertha is geboren 12 januari 1897 in Den Haag, zij is onderwijzeres, dochter van Abraham Sluzewski, kleermaker, en Emma Raczkowska. Na hun huwelijk wonen ze in Den Haag en Rijswijk, op 5 adressen. Het laatste (gezamenlijke) adres is Blaricumscheplein 26, van september 1938 tot december 1942. Op 17 maart 1930 wordt hun dochter Ernestine Emma Helena (Tineke) geboren.

Ernestine Emma Helena (Tineke) Raphalowiz1

Bertha gaf les op de lagere school A op het Alberdingk Thijmplein2. Waarschijnlijk gaf zij daar les tot november 1941 (toen alle Joodse ambtenaren ontslagen werden, Bertha’s naam komt voor op een lijst van ontslagen onderwijskrachten 3. Vanaf 2 december 1942 gaf zij (niet langer dan twee weken) les op de joodse lagere school B in de Bezemstraat45.

Muziek

Zoals hiervoor gezegd: Daniël was musicus, pianist. In Delpher zijn meerdere (ruim 20) vermeldingen van zijn werk te vinden, in de vorm van advertenties, aankondigingen of (korte) besprekingen. De eerste vermelding is van 1918, de laatste uit 1933.

In Roosendaal verzorgde Daniël begeleidende muziek bij ‘stomme’ films, in Cinema Americain en Cinema Palace. Hieronder twee voorbeelden: een advertentie uit 1918 en een bespreking uit 1919. Het lijkt erop dat Daniël de leiding had over een “strijkje”.

Advertentie, 18 april 19186
Bespreking, 4 maart 19197

Volgens het bevolkingsregister van ‘s-Hertogenbosch8 werkte Daniël als pianist bij de ‘Chicago-Bioscope’. In Delpher vond ik geen advertenties van deze bioscoop met daarin zijn naam vermeld.

Op 8 juni 1924 werkte Daniël mee aan een radio-uitzending van PCGG van de NRI, de eerste radiozender in Nederland, vanuit de Beukstraat in Den Haag.

Radioprogramma PCGG /NRI, 8 juni 19249

Daniël was kennelijk10 lid van de Haagse afdeling van artiestenvereniging ‘Weldadigheid Door Welwillendheid’, opgericht ‘tot hulp en steun aan noodlijdende artisten en musici’. In oktober 1926 is hij lid van een comité van de vereniging dat geld inzamelt voor gezinnen van Scheveningse vissers die bij een stormramp eerder die maand waren omgekomen.

Stadsnieuws: De stormramp11

Vanaf 1926 wordt Daniël nog een aantal keren genoemd, als bioscooppianist in het Haagse Asta-theater, en als leider van het Flora-orkest in het Flora-theater in Hilversum. Ook is er sprake van een tournee door Nederland met de Ned. Artisten Combinatie. Een ander optreden dan in de Stads Doelen in Delft heb ik overigens niet gevonden.

Advertentie Ned. Artisten Combinatie “N.A.C.”12

In 1933 zijn er een paar vermeldingen van toneelavonden van de Rijswijkse toneelvereniging De Put, waarbij de muziek verzorgd wordt door “Rafalowitz”, uit Hotel Des Indes (Daniëls naam wordt een aantal keren genoemd samen met Hotel Des Indes, niet bekend is of hij ook in het archief van het hotel voorkomt).

Aankondiging toneelavond De Put13

Bij de bespreking van de laatste avond op 6 mei werd gemeld dat er ‘tot diep in den nacht gedanst (werd) op de muziek van eerdergenoemd orkestje, dat de stemming er tot het laatste inhield’.

Verslag toneelavond De Put14

Naturalisatieverzoeken

Daniël was, hoewel geboren in Amsterdam, stateloos. Net als zijn familieleden woonde en werkte hij hier, maar werd hij als stateloos beschouwd. Hierdoor had hij bijvoorbeeld geen stemrecht, en zal het veel moeite gekost hebben om reispapieren te krijgen. Een logische stap kan dan een naturalisatieverzoek zijn. Een aantal familieleden heeft zo’n verzoek gedaan. Ook Daniël deed zo’n verzoek, en wel twee keer, eerst op 4 december 1922, en daarna nog eens op 17 april 1935. Zijn laatste verzoek tot naturalisatie is uiteindelijk goedgekeurd op 9 mei 1940, maar dit moest daarna nog bij wet verleend worden. Daags daarna brak de oorlog uit.

Helaas is het naturalisatiedossier van Daniël (nog) niet aangetroffen, wel enige daarop betrekking hebbende correspondentie, de laatste keer in 194215. Hieruit blijkt dat Daniël zich op 9 juni 1942 tot het ministerie van Justitie wendde, kennelijk met het verzoek vrijgesteld van ‘vrijwillige emigratie’ voor niet-Nederlandse Joden te worden, om bij zijn gezin (Nederlands) te kunnen blijven16. Dit verzoek zelf is niet aangetroffen, maar wel de ambtelijke opmerkingen, en de kladversie van de reactie van het ministerie. De reactie van het ministerie was ‘thans is naturalisatie niet mogelijk’, en die emigratie is ‘een faveur’.

Westerbork (1)

Bertha en Ernestine verbleven van 18 december 1942 tot 27 mei 1943 in Westerbork. Dit blijkt uit de persoonskaarten uit Westerbork.

Persoonskaart Westerbork van Bertha Sluzewski 17
Persoonskaart Westerbork Ernestine Raphalowiz18
Joodsche Raad-kaart van Bertha Raphalowiz-Sluzewski, collectie Joods Cultureel Kwartier
Joodsche Raad-kaart van Ernestine Raphalowiz, collectie Joods Cultureel Kwartier

De zgn. Joodsche Raad-kaarten van Bertha en Ernestine vermelden een ontslagdatum van 4 juni 1943. Dit lijkt onjuist, in het archief van het Nederlandse Rode Kruis bevinden zich ‘Meldezettel’ over de kampsterkte, met lijsten van vrijgelaten personen. Bertha en Ernestine worden vermeld op 27 mei, niet op 4 juni 194319.De JR-kaart van Daniël (zie verderop) vermeldt  geen verblijf van in Westerbork samen met Bertha en Ernestine van eind 1942 tot midden 1943 in Westerbork, ook uit het Rode Kruisdossier in het Nationaal Archief blijkt niet dat Daniël van toen in Westerbork zat. Onbekend is hoe en waarom het gezin op deze manier gescheiden werd, alleen is bekend dat Daniël tijdig wist onder te duiken20. Ook is niet bekend waarom Bertha en Ernestine in mei 1943 weer uit Westerbork ontslagen werden. De JR-kaart van Ernestine heeft een aantekening die er wellicht verband mee houdt: ‘Mischling 2ten Grades, zonder godsdienst’2122. Op of rond 3 juni 1943 keren Bertha en Ernestine terug naar Den Haag, en gaan ze wonen Voltastraat 30, bij Bertha’s zus Hedwig Dorothea en haar man Hendrik Cornelis Ziermans23.

Persoonskaart Bertha Sluzewski, collectie Vestigingsregister Den Haag
Persoonskaart Ernestine Raphalowiz, collectie Vestigingsregister Den Haag24

Onderduik in Rijswijk, verraad25

Daniël woont daar echter niet, hij is (vanaf december 1942, als een volgende bewoner genoteerd wordt op de woningkaart van Blaricumscheplein 2626) ondergedoken. Of dat onderduiken op een of meer adressen is geweest is niet bekend. Op zijn persoonskaart wordt op 24 maart 1943 genoteerd: VOW (vertrokken, onbekend waarheen).

Persoonskaart Daniël Raphalowiz, collectie Vestigingsregister Den Haag

In ieder geval verblijft hij in september 1943 op het adres Emmastraat 46 in Rijswijk, daar waren tussen zomer 1942 en september 1943 verschillende onderduikers. De officiële bewoners (huurders) waren Jacob van den Broek (1916-1993), zijn vrouw Hillegonda Paulina Hartman (1921-1993) en hun twee kleine kinderen. Dit gezin was vanwege de Atlantik Wall in juni 1942 geëvacueerd uit Den Haag. Vanaf de zomer van dat jaar waren er Joden in huis, onder wie de buren van nr. 44, Aäron en Judith van Praagh, verder Lijdia Regina Voorzanger en Daniël Raphalowiz27. Bij de arrestaties waren nog twee mensen in huis: de vader van Hillegonda, Willem Hartman en een (waarschijnlijk) toevallige Joodse bezoeker, ‘de heer’ (Benjamin) Knoop.

Over de arrestatie het volgende: tegen instructies in deed Daniël op 27 september 1943 de deur open voor een Belgische vrouw, die zich voordeed als geïnteresseerde voor een eventuele onderduikplek voor haar Joodse man. Ze zou ‘s avonds terugkomen. Als ze lang binnen bleef, was dat een teken voor de Sicherheitsdienst dat er Joden binnen waren. Die avond was er inderdaad een inval en werden Van den Broek, zijn schoonvader en de vijf onderduikers meegenomen en opgesloten in de Scheveningse gevangenis, het ‘Oranjehotel’. Van den Broeks echtgenote Hillegonda logeerde op het moment van de arrestatie elders, maar belandde op een niet bekend moment ook in het Oranjehotel, zij komt voor in de registratie van verhoren28.

Oranjehotel

Daniël verbleef in de Scheveningse strafgevangenis van 28 september tot 9 oktober 1943. Hij had inschrijfnummer 6109 en zat in cel nummer 36529.

Inschrijving in registers van gevangenen Oranjehotel

Daniël zat in cel 365 samen met met Hendrik (H.J.C.) Schaap. Hendrik Schaap was medio september 1943, met enkele collega’s, opgepakt als ambtenaar van de distributiedienst in Hilversum wegens hulp aan joden en onderduikers. Hendrik Schaap heeft na de oorlog zijn herinneringen opgeschreven. Over Daniël: hij “werd voor verhoor weggehaald en kwam na verloop van enige tijd met bebloede polsen terug: omdat hij niet wilde vertellen waar zijn familie en geld zich bevond had men de handboeien strak aangedraaid en de polsen gewrongen tot bloedens toe”30. Toen Daniël uit de cel werd gehaald, met onbekende bestemming, ging dat gepaard met hevige emoties, hetgeen op Hendrik Schaap zeer diepe indruk heeft gemaakt. Hendrik heeft nooit geweten wat daarna met Daniël is voorgevallen31.

Ook de overige gearresteerden belandden in het Oranjehotel32. De joodse arrestanten werden allen op 9 oktober uitgeschreven en naar Westerbork overgebracht. Willem Hartman werd op 4 oktober uit het Oranjehotel uitgeschreven, Hillegonda verbleef in ieder geval in december nog in de gevangenis, Jacob van den Broek werd op 4 januari 1944 uitgeschreven. Onbekend is hoe het verder met deze laatste mensen is gegaan, maar ze hebben de oorlog overleefd.

Westerbork (2)

Joodsche Raad-kaart van Daniël Raphalowiz, collectie Joods Cultureel Kwartier

Op 9 oktober 1943 arriveerde Daniël met zijn lotgenoten in Westerbork, hij kwam daar terecht in barak 67. Dat was een van de drie strafbarakken, waar een zwaarder regime heerste. Bewoners van deze barakken waren veelal gepakte onderduikers, zoals ook Daniël. Ze kregen minder te eten en moesten dwangarbeid uitvoeren. Daarnaast hadden hier ondergebrachte geïnterneerden een grotere kans om op het eerstvolgende transport gezet te worden.

Arrestatie van Bertha en Ernestine

De directe oorzaak of aanleiding voor deze arrestatie zijn niet duidelijk. Bertha is op 4 november gearresteerd op haar woonadres, Voltastraat 30. Ernestine en de zus van Bertha, Hedwig,  waren op dat moment niet thuis. Op 8 november werden zij alsnog meegenomen. Bertha en Ernestine kwamen anderhalve maand na Daniël (voor de tweede keer dus) in Westerbork aan, op 27 november 1943. Ook zij werden in barak 67 gehuisvest. Hedwig verbleef tot medio februari 1944 in de Scheveningse strafgevangenis (Oranjehotel). De echtgenoot van Hedwig, Hendrik Cornelis Ziermans, werd niet gearresteerd20.

Het gezin is een paar maanden in Westerbork gebleven. Niet bekend is welke werkzaamheden ze daar moesten doen33.

Transport naar Auschwitz, einde

Uiteindelijk ging het gezin op transport, op 3 maart 1944, een ‘straftransport’. In de trein zaten 732 personen, waaronder ook Johanna Raphalowiz, een zus van Daniël (in Westerbork sinds 15 februari 1944, ook barak 67). Hedwig Ziermans-Sluzewski, de zus van Bertha bij wie Bertha en Tineke woonden in de Voltastraat, zat ook in de trein. Zij wierp een brief uit de trein, waarin ze vermeldde “dat ze naar Riesa vervoerd werd, en dat ze de anderen (de fam. Raf.) ook in den trein gezien had”34.

Op 5 maart arriveerde de trein in Auschwitz. Geen van de genoemde personen werd in het kamp toegelaten, waarschijnlijk zijn ze allemaal vrijwel meteen vergast.

Na de oorlog

Omdat na de oorlog gegevens uit Auschwitz en andere vernietigingskampen voor de officiële instanties niet beschikbaar waren, is door het Ministerie van Justitie de Commissie tot het doen van aangifte van overlijden van vermiste personen ingesteld. Aan de hand van beschikbare gegevens is toen voor alle vermisten vastgesteld met welk transport ze naar welk vernietigingskamp zijn vervoerd. Aan de hand van getuigenverklaring is bepaald welke categorieën meteen na aankomst zijn vermoord, en welke categorieën zijn geselecteerd voor dwangarbeid. Van die laatste categorie is, ook weer mede gebaseerd op getuigenverklaringen, bepaald op welke dag ze uiterlijk zijn overleden. Voor Daniël, Bertha en Ernestine is dat 6 maart 1944.

In de registers van de Burgerlijke Stand van de gemeente ‘s-Gravenhage zijn de volgende overlijdensakten opgenomen van het Daniël, Ernestine en Bertha35.

Overlijdensakte Enestine Emma Helena Raphalowiz
Overlijdensakte Bertha Sluzewska
Overlijdensakte Daniël Raphalowiz

Na de oorlog is het vermogen van Daniël en zijn gezin beheerd door het Nederlandse Beheersinsituut (NBI), in het archief is zijn dossier opgenomen36(Volledigheidshalve: in een van de in het dossier opgenomen stukken wordt als laatst bekende adres van Bertha genoemd: Isaac da Costaplein 36 in Den Haag. Dit wordt niet gesteund door de officiële overheidsadministratie, het is een niet-bestaand adres.) Het dossier loopt van november 1945 tot maart 1952. Als bewindvoerster is aangesteld Malka Sluzewski (geb. 1893), de oudste zus van Bertha.

Volgens een in 1946 opgestelde inventaris van bezittingen en claims door het NBI waren er geen bezittingen (meer), en werd er 22000 gulden geclaimd voor huisraad, meubilair en kleding. Uit het dossier blijkt niet wat er van deze claims geworden is.
In 1948 werd het vermogen op Dfl. 2107,93 gesteld, zijnde het achterstallige salaris van Bertha, tot 4 maart 1944.
Op 7 januari 1938 had Daniël 100 gulden betaald voor een door hem aangevraagde naturalisatie. In 1949 wordt dit geld gerestitueerd. Het vermogen wordt dan vastgesteld op fl. 1253,93, vanaf 1 januari 1951 op fl. 1796,26, te verminderen met het ‘basisloon’ voor Malka, en beheerskosten voor het NBI. Aan Malka wordt een ‘basisloon’ van 10 gulden per jaar toegekend. (Volgens een gespecificeerde verklaring van Malka maakte zij veel meer kosten voor de bewindvoering: verschillende reizen van Soest naar Den Haag, verblijfkosten, porto en telefoonkosten.) Voor het beheer rekende het NBI eenzelfde bedrag, alles ten laste van het vermogen van Daniël. Na de officiële verklaring van overlijden in 1951 worden er vier erfgenamen genoemd, een zus en een broer van Bertha, een zwager en een nichtje.

  1. Foto: privéarchief Frank Ziermans []
  2. Zie: STADSNIEUWS Begrafenis van Arnold Pfeyffer. “Haagsche Courant”. ‘s-Gravenhage, 26-09-1934. Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2023, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB04:000147513:mpeg21:p017 []
  3. NIOD: Arch.nr.: 181e_ENG, Inv.nr. 4 Correspondence with applicants for the position of teacher at the Jewish Lyceum, 2 april 1941 []
  4. NIOD: Arch.nr.: 182_ENG, Inv.nr. 167 Lists of schools, used in teaching Jewish children (sometimes with affiliated teachers), september 1942 – september 1943 []
  5. Wally de Lang, Slotakkoord der kinderjaren, p. 257 []
  6. De Grondwet, Roosendaal, 18-04-1918. Geraadpleegd op Delpher op 13-02-2023, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMGARO01:000172344:mpeg21:p004 []
  7. De bioscoop-courant, 04-03-1919. Geraadpleegd op Delpher op 14-02-2023, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMEYE01:000815011:00002 []
  8. Daniël was in ‘s-Hertogenbosch ingeschreven van 8 april 1919 tot 28 januari 1920 []
  9. Haagsche Courant, ‘s-Gravenhage, 07-06-1924. Geraadpleegd op Delpher op 13-02-2023, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB04:000143352:mpeg21:p011 []
  10. Op de ledenlijst uit 1924, in het archief van de vereniging (Haags Gemeentearchief, Arch.nr. 0828-01, Inv.nr. 3109 Artiestensociëteit ‘Weldadigheid door welwillendheid’, 1924 – 1960) komt zijn naam niet voor []
  11. Haagsche Courant, ‘s-Gravenhage, 27-10-1926. Geraadpleegd op Delpher op 13-02-2023, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB04:000144463:mpeg21:p013 []
  12. Delftsche Courant, Delft, 16-10-1926. Geraadpleegd op Delpher op 13-02-2023, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB08:000073707:mpeg21:p011 []
  13. Haagsche Courant, ‘s-Gravenhage, 01-02-1933. Geraadpleegd op Delpher op 13-02-2023, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB04:000147037:mpeg21:p011 []
  14. Haagsche Courant, ‘s-Gravenhage, 08-05-1933. Geraadpleegd op Delpher op 13-02-2023, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB04:000150103:mpeg21:p011 []
  15. Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Justitie, Verbaalarchief, 1915-1955; Kabinetsarchief, 1915-1940, nummer toegang 2.09.22, inv.nr. 12167. 19 juni 1942, dossier D. Raphalowiz []
  16. Op 5 december 1941 werd de bepaling uitgevaardigd dat alle niet-Nederlandse Joden zich voor ‘vrijwillige emigratie’ dienden te melden bij de Zentralstelle für jüdische Auswanderung []
  17. Archief Nederlandse Rode Kruis (NRK), Kamp Westerbork, toegangsnummer 2.19.296, inv.nr. 1641 (kaart op naam), beperkt openbaar []
  18. Archief Nederlandse Rode Kruis (NRK), Kamp Westerbork, toegangsnummer 2.19.296, inv.nr. 1638 (kaart op naam) beperkt openbaar []
  19. Archief Nederlandse Rode Kruis (NRK), Kamp Westerbork, toegangsnummer 2.19.296, inv.nrs. 301 (27-5-43) en 302 (4-6-43) beperkt openbaar []
  20. Informatie afkomstig uit een brief van Hendrik Ziermans, privéarchief Frank Ziermans [] []
  21. Uit e-mail van Raymund Schütz 8-5-2023: De notitie ‘Mischling 2ten Grades, zonder godsdienst’ is op de kaart gezet door een medewerking van de Joodsche Raad, Contact Afdeling. Achter deze notitie en achter de vrijlating bevond zich een correspondentie tussen JR Amsterdam en JR Westerbork van allerlei stukken (soms vervalst). Dit materiaal, dat op bepaalde vragen antwoord geeft, is in deze kwestie verloren gegaan []
  22. Door deze (onjuiste) aantekening zal Bertha als niet-joods zijn aangemerkt, en Ernestine als kind uit een gemengd huwelijk []
  23. Dit was een ‘gemengd huwelijk’, waardoor Hedwig vooralsnog beschermd was []
  24. Op deze kaart is een aantal gegevens ‘afgeplakt’ in verband met de Wet BRP []
  25. Deze gegevens zijn voornamelijk ontleend aan Ruud Poortier, Emmastraat – Rijswijk, Ongeveer honderd jaar straatgeschiedenis, deel 29 uit de reeks van Stichting Historische Projecten Rijswijk 2015, het verraad wordt hierin beschreven op p. 46-55, met name p. 49-50, en aan e-mails van Ruud Poortier []
  26. Haags Gemeentearchief, Bevolkingsregister gemeente Den Haag, nummer toegang 0354-01, inv.nr. 2963, afbeelding 842 []
  27. Aäron van Praagh was een broer van J. (Jacob) van Praagh, diens naam komt ook voor in de eerdergenoemde referenties voor het ontslag en daarna lesgeven in de Bezemstraat van Bertha, misschien hadden Daniël en Aäron daardoor dezelfde connecties voor onderduik []
  28. NIOD: Arch.nr.: 250b, Inv.nr.: 127 – 129. Scheveningen, Polizeigefängnis: Registers van gevangenen die verhoord zijn, 1941-1944 []
  29. NIOD: Arch.nr.: 250b, Inv.nr.: 121. Scheveningen, Polizeigefängnis: Registers van gevangenen (klapper op de inschrijvingsregisters) []
  30. Brief Hendrik Schaap, Privécollectie familie Schaap []
  31. E-mail familie Schaap []
  32. De mannen hadden de volgende inschrijvingsnummers: Daniël Raphalowiz dus 6109, Aäron van Praagh 6110, Willem Hartman 6111, Benjamin Knoop 6112 en Hendrik van den Broek 6114. Hier ontbreekt een tussengelegen nummer 6113, horend bij Charles van Heiningen, uitgeschreven op 8/10/43. Verder heeft ene Cornelis Blommestein een opvolgend nummer, 6115, hij is op dezelfde dag ingeschreven en ontslagen een paar dagen na Willem Hartman. Of zij ook aanwezig waren bij de arrestatie in de Emmastraat is niet bekend []
  33. Het lijkt mij (FZ) dat werk als pianist, musicus (als lid van Gruppe Bühne Lager Westerbork) als zwaarder gestrafte gevangene niet voor de hand ligt []
  34. Archief Nederlandse Rode Kruis (NRK), Europese persoonsdossiers, nummer toegang 2.19.288, inv.nr. 114431 (dossier 126558), beperkt openbaar []
  35. Collectie Haags Gemeentearchief, online: https://haagsgemeentearchief.nl/archieven-mais/personen []
  36. Nationaal Archief, Den Haag, Nederlandse Beheersinstituut (NBI): Beheersdossiers, nummer toegang 2.09.16.12, inv.nr. 148537 []